Onder cybercrime wordt criminaliteit verstaan waarbij ICT zowel het doel als het middel is. Dit betekent echter niet dat je perse een internetverbinding moet hebben om slachtoffer van dit type criminaliteit te worden. Het is namelijk zo dat de meeste bankpassen, smartphones en smart tv's computerchips bevatten en deze kunnen door cybercriminelen gemanipuleerd worden. Vooral de tv's zijn een makkelijk doelwit, omdat deze vrijwel niet beschermd worden tegen malware. Daarnaast zijn moderne auto's, chipkaarten en systemen van bedrijven ook vaak een doelwit voor cybercriminelen.
Er zijn veel verschillende soorten cybercrime. Een paar van de bekendste vormen van cybercriminaliteit zijn:
Hacking: dit is het inbreken in een netwerk of computersysteem. Dit kan door middel van een virus, spyware of phising. Bij dit laatste proberen criminelen persoonlijke informatie, zoals bankgegevens, via de telefoon of email te vergaren
Identiteitsfraude: iemand gebruikt jouw identiteit om bijvoorbeeld diensten of producten te kopen.
Een DDoS-aanval: een aanval die een internetdienst of website onbruikbaar maakt.
Gedigitaliseerde criminaliteit is eigenlijk 'ouderwetse' criminaliteit die door computertechnologie een nieuwe impuls heeft gekregen. Dit zijn bijvoorbeeld bedreigingen, oplichtingen, of geld witwassen via internetbankieren.
Je kunt jezelf op verschillende manieren tegen cybercrime beschermen. Zo moet je er voor zorgen dat je je computer goed beveiligd is. Dit kun je doen door een virusscanner, anti-spyware, een firewall en advertentiesblockers te installeren. Daarnaast moet je er voor zorgen dat, wanneer je een wachtwoord moet invoeren, deze uit minimaal acht tekens bestaat, uit zowel kleine als hoofdletters bestaat en dat er cijfers en symbolen instaan. Tenslotte, geef nooit zomaar je inloggegevens of pincode aan iemand (ook al zegt hij of zij voor bijvoorbeeld een bank te werken). Controleer dit altijd bij desbetreffende instantie.